Tanzaniaanse artsen die met hulp van Nederlandse collega’s een programma voor vroegtijdige diagnostiek van aangeboren hartafwijkingen opzetten. Dokters, onderzoekers en studenten uit het UMC Utrecht/Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) die met hun Afrikaanse collega’s kennis en ervaringen uitwisselen over de zorg aan kinderen met dit soort afwijkingen en andere aandoeningen. Deze waardevolle ontwikkelingen – en vele andere – vloeien voort uit een bijzondere samenwerking. Een gesprek met de Tanzaniaanse kindercardioloog Naiz Majani, die deze maand op bezoek is in ons ziekenhuis, en haar Nederlandse collega Martijn Slieker.
Jaarlijks hebben 4.000 Tanzaniaanse kinderen met een aangeboren hartafwijking een chirurgische ingreep nodig. 200 van hen krijgen die operatie daadwerkelijk. Dat lijkt een klein aantal, maar het Oost-Afrikaanse land heeft in de afgelopen jaren flinke stappen gezet op het vlak van kindercardiologie. Voorheen moesten kinderen worden behandeld door artsen in het buitenland, nu heeft Tanzania de kennis en kunde om dat zelf te doen. Dat is nog maar het begin: Tanzaniaanse specialisten willen voor veel meer patiënten iets kunnen betekenen. De vooruitgang hangt samen met de – letterlijk en figuurlijk – grensoverschrijdende samenwerkingen die het land is aangegaan sinds 2015. Het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) is een van de partners.
Team opgeleid
Naiz Majani vertelt over de verbeteringen die in korte tijd zijn doorgevoerd. Zij is medeoprichter van de afdeling kindercardiologie in het Jakaya Kikwete Cardiac Institute: (JKCI) in Dar es Salaam, de hoofdstad van Tanzania. “Voor hartchirurgie is een team nodig. Daarom hebben twee artsen en ik in Israël een training gevolgd via Save a Child’s Heart, een humanitaire organisatie. Na die opleiding in 2015 hadden we een team van een cardio-anesthesioloog, cardiochirurg en mijzelf als kindercardioloog. Ondersteund door Israëlische, Amerikaanse en Australische artsen zijn we vervolgens jonge kinderen gaan opereren in ons land. Inmiddels doet ons team 85 procent van de ingrepen zelf.”
Vroeg opereren
In de ideale situatie worden de meeste kinderen met een ernstige aangeboren hartafwijking kort na de geboorte geopereerd. Dat voorkomt dat zij vroeg overlijden of steeds meer beperkingen krijgen tijdens de rest van hun leven. Helaas is in Tanzania vaak pas jaren na de geboorte duidelijk dat een kind een aangeboren hartafwijking heeft. Anders dan in Nederland, krijgen zwangere vrouwen er geen 20-wekenecho. Naiz: “Wij zien bijvoorbeeld kinderen met klachten die al vijf, zes of zelfs tien jaar oud zijn. Dan heeft een operatie vaak geen nut meer. Wij zoeken naar manieren om eerder aangeboren hartafwijkingen vast te stellen.”
Zuurstofgehalte meten
Een wijze van diagnostiek is meting van het zuurstofgehalte in het bloed, oftewel zuurstofsaturatie. Dat is bovendien een relatief goedkope, gemakkelijke en laagdrempelige methode. Met behulp van het WKZ hebben Naiz en collega’s deze meting ingevoerd op hun afdeling.
Hogere kwaliteit
Kindercardioloog Martijn Slieker uit het WKZ: “Het mooie van de samenwerking tussen JKCI en het WKZ is dat het niet alleen gaat om verbetering van patiëntenzorg in het hier en nu. We verrichten ook gezamenlijk wetenschappelijk onderzoek voor een hogere kwaliteit in de toekomst.” Naiz: “Ik doe promotieonderzoek naar de metingen van het zuurstofgehalte in het bloed. Een van de vragen is of die goed uitvoerbaar zijn in ons ziekenhuis. Als het naar tevredenheid blijkt te werken in Dar es Salaam, willen we het uitbreiden naar andere delen van het land.”
Training verzorgd
Het is belangrijk dat ook buiten het JKCI hartafwijkingen bij kinderen worden vastgesteld. Martijn verzorgt sinds 2019 samen met de lokale kindercardiologen een jaarlijkse training echocardiografie voor kinderartsen uit heel Tanzania. Naiz: “Een van onze ambities is dat ook kinderartsen buiten de hoofdstad met echocardiografie uit de voeten kunnen.”
Waardevol
Martijn: “Interessant is ook dat Naiz data over aangeboren hartafwijkingen in Tanzania verzamelt en analyseert. Zijn die gegevens hetzelfde als wat in wetenschappelijke literatuur staat vermeld over westerse landen? Of zijn er verschillen? Het is heel waardevol dat de Nederlands-Tanzaniaanse samenwerking dit soort nieuwe onderzoeksvoorstellen oplevert.”
Tweerichtingsverkeer
Martijn vertelt dat sprake is van tweerichtingsverkeer, dat beide partijen van elkaar leren. Hij geeft een voorbeeld van kennis die Nederlandse dokters opdoen in Tanzania: “Twee kinderartsen in opleiding uit het WKZ bezoeken het land dit jaar. Ze worden geconfronteerd met nieuwe verschijnselen. Denk aan patiëntjes die ondervoed zijn. Of kinderen met een infectieziekte die je niet ziet in Nederland. Hoe geven Tanzaniaanse collega’s zorg aan deze patiënten? Verder gaat dit jaar een geneeskundestudent naar Dar es Salaam om samen met Naiz onderzoek te verrichten naar de kwaliteit van leven van mensen met een aangeboren hartafwijking die niet zijn geopereerd op jonge leeftijd. Die groep kennen wij eigenlijk niet in Nederland. De geneeskundestudent gaat patiënten en hun ouders interviewen. Ik hoop dat andere medische disciplines uit ons ziekenhuis soortgelijke samenwerkingen aangaan met artsen in Tanzania. Het is heel leerzaam.”
Summer School
Naiz Majani bezoekt Nederland deze maand voor het eerst. Vier weken lang maakt ze haar opwachting in het UMC Utrecht. “Tijdens de Summer School: heb ik studenten en jonge artsen verteld over de ontwikkeling die de kindercardiologie in Tanzania in korte tijd heeft doorgemaakt. Het ging ook over ethiek LINK PLAATSEN: https://utrechtsummerschool.nl/courses/life-sciences/global-health-ethics-equity, over de belangrijkste uitdagingen voor gezondheidsgelijkheid in de wereld op dit moment, evenals mogelijke oplossingen. Ethiek draait ook om keuzes binnen je eigen land: met de kosten voor één operatie van een kinderhart kan je vele kinderen met een infectieziekte behandelen. In die zin zou je kindercardiologie als een luxekeuze kunnen zien, maar dat is het niet. Kinderen met niet ontdekte aangeboren hartafwijkingen worden vaak opgenomen met ondervoeding of ademhalingsproblemen. Omdat de meeste hartafwijkingen goed te behandelen zijn, kan je bijvoorbeeld met een hartoperatie ook weer kosten besparen, want na de ingreep hebben kinderen geen klachten meer.”
Kennis opdoen
Naiz volgt deze maand Martijn en andere kindercardiologen uit het WKZ tijdens het dagelijks werk. Ze woont ook de chirurgiebesprekingen bij. “Ik doe hier kennis op. Ik zie hoe in dit ziekenhuis prenatale diagnostiek van aangeboren hartafwijkingen is georganiseerd. Alles bij elkaar moet dat eraan bijdragen dat we in Tanzania eerder en vaker afwijkingen constateren en dat we nog meer kinderen kunnen behandelen.”
Vrienden UMC Utrecht & Wilhelmina Kinderziekenhuis
Het onderzoek naar aangeboren hartafwijkingen in Tanzania is mogelijk dankzij de steun van AFAS Foundation aan Vrienden UMC Utrecht & Wilhelmina Kinderziekenhuis, het goede doel van het (kinder)ziekenhuis. Lees hier over het Tanzaniaanse screeningsprogramma voor aangeboren hartafwijkingen.