Hart en vaten van vrouwen onderzocht

Hart en vaten van vrouwen onderzocht

Door mannen en vrouwen apart te bestuderen is er nog veel te ontdekken over de ontwikkeling van slagaderverkalking. Hester den Ruijter, associate professor Experimentele Cardiologie in het UMC Utrecht ontving een ERC-beurs voor onderzoek naar de ontwikkeling van slagaderverkalking bij vrouwen. Daarmee hoopt zij een risicotest te kunnen ontwikkelen. “Op het gebied van slagaderverkalking en hart- en vaatziekten is weinig aandacht geweest voor het apart bekijken van mannen en vrouwen.”

 

Op het gebied van hart- en vaatziekten verschillen de seksen wezenlijk van elkaar: vrouwen zijn gemiddeld ouder dan mannen wanneer zij een hartinfarct krijgen. Die tweedeling is zelfs zichtbaar op het niveau van atherosclerotische plaques, de slagaderverkalking die tot zo’n infarct kan leiden. Mannen en vrouwen lijken deze plaques op een verschillende manier te ontwikkelen, zegt Hester den Ruijter. “Mannen hebben vaker instabiele plaques. Die scheurt open, wat zorgt voor het dichtslibben van de vaten en uiteindelijk een hartinfarct. Dit in tegenstelling tot de stabiele plaques die vaker bij vrouwen voorkomen, vooral  bij jongere vrouwen. Daarvan is het idee dat de cellen op de stabiele plaques loslaten waardoor stolsels ontstaan en zo een bloedvat kunnen blokkeren.”

 

Mannelijke en vrouwelijke patronen

In wetenschappelijk onderzoek naar hart- en vaatziekten zijn mannen en vrouwen niet gelijk vertegenwoordigd, zegt Hester. Dat geldt niet alleen voor onderzoek naar plaques, waarbij de ‘instabiele plaques’ in het verleden de meeste aandacht kregen, en vooral dus mannelijk weefsel werd bestudeerd. “Er zijn meer kennishiaten op dit gebied, omdat de bevindingen gemiddeld gebaseerd zijn op 70 procent mannen en 30 procent vrouwen. Die verdeling klopt niet altijd met hoe hart- en vaatziekten voorkomen in de maatschappij.” Samen met Amerikaanse collega’s deed Hester onderzoek naar hoe genen zich gedragen in het hart bij ernstig vaatlijden op basis van geslacht. Na het selecteren van de vrouwen uit die groep kon Hester een specifiek vrouwelijk patroon onderscheiden. “In de analyses tot nu toe zag je vooral hoe de genen zich bij mannen gedragen omdat de analyses gebaseerd waren op voornamelijk mannelijk weefsel. De vrouwelijke patronen die we ontdekt hebben zijn nog niet eerder ontdekt in wetenschappelijk onderzoek.” Voor haar onderzoek naar dit onderwerp kreeg zij een beurs van 2 miljoen euro toegekend van de European Research Council (ERC).

 

Verschillen op celniveau

Hester wil met deze ERC-beurs de komende vijf jaar uitpluizen hoe de genen zich gedragen bij vrouwen. Daarbij kijkt ze niet alleen naar hart- en de bloedvaten op weefselniveau, maar ook op celniveau. Het endotheel, het laagje cellen aan de binnenkant van hart en bloedvaten, speelt een rol bij het ontstaan van slagaderverkalking en hart- en vaatziekten. “We zien dat de stabiele plaques tóch zorgen voor hartinfarcten, vooral bij de jongere vrouwen met hartinfarcten”, zegt Hester. “Wij denken dat dat komt doordat bij hen de endotheelcellen op de plaques loslaten. Die veronderstelling lijkt heel goed te kloppen met het beeld dat we zien in de kliniek.” In dat proces lijken sekseverschillen een rol te spelen bij het functioneren van endotheelcellen. “Er zijn aanwijzingen dat ook de geslachtschromosomen hierbij een rol kunnen spelen.”

 

Diagnostische test

In hoe het DNA zich gedraagt denkt Hester kenmerken te kunnen onderscheiden die vooral bij vrouwen belangrijk zijn gezien hun slagaderverkalking. Endotheelcellen dragen namelijk bij aan het celvrije DNA dat rondzwerft in de bloedbaan. Zij en haar collega’s willen dat DNA uit endotheel onder de loep nemen en de resultaten uitwerken tot een diagnostische test. “Ik wil onderzoeken of we hierin de processen achter hart- en vaatziekten kunnen oppikken. Als dat mogelijk is, zouden we daarmee hartinfarcten bij vrouwen beter kunnen voorspellen.” Een daadwerkelijke risicotest op basis van celvrij DNA is nog wel even afwachten. “We beginnen met onderzoeken bij vrouwen die een hartinfarct hebben gehad op basis van een stabiele plaque”, zegt Hester. “Bij zo’n extreme groep zouden we een signaal in het DNA moeten kunnen oppikken.” Ze denkt dat er in ieder geval behoefte is aan een test. “Het is zinvol om onderscheid te maken tussen patiënten met verschillende risico’s op hart- en vaatlijden, zodat je ze verschillende behandelingen kunt aanbieden. Een vrouw van 40 jaar wil je niet meteen op allerlei preventieve medicatie gaan zetten, behalve als een test uitwijst dat zij een hoog risico heeft.”