Twaalf weken lang waakte Laura van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat aan de couveuse van haar veel te vroeg geboren dochter Nikki. “Even naar huis gaan om op adem te komen, voelde als verloren tijd.” Laura weet dan ook als geen ander waarom de komst van de Ouderlounge op de nieuwe Intensive Care van het Wilhelmina Kinderziekenhuis zo broodnodig is.
Laura: “Het duurde even voordat ik Nikki durfde aan te raken. Ze was zo klein. Zo breekbaar. Ze paste op de palm van mijn hand. Een paar uur ervoor was ze van mijn kamer weggereden. Dat moment kan ik nu, acht jaar later, nog helder voor me halen. Nikki is geboren na een zwangerschap van negenentwintig weken. Vanaf dat moment was al het andere secundair: ik wilde alleen nog maar bij Nikki zijn.”
Naar huis?!
“Nikki werd direct opgenomen en al snel overgeplaatst naar het Wilhelmina Kinderziekenhuis. Haar gezichtje was amper te zien. Een mutsje, een bril, een snorkel, een infuus. En een enorme luier om haar piepkleine lijfje. Zou ze het redden? Zelf had ik geen complicaties overgehouden aan de bevalling. Daardoor kwam al na een paar dagen het bizarre nieuws: ik ‘mocht’ naar huis.”
Angstig voor hechting
“Als moeder wil je bij je kind zijn: dat schreeuwt je hele lijf. Voor mij was dat niet alleen een gevoel op basis van emotie, maar ook op basis van kennis. Als kinderpsycholoog weet ik hoe belangrijk de nabijheid van ouders is voor een goede hechting. Het idee dat Nikki daar last van zou krijgen, maakte me heel erg angstig.”
Het fijnste moment
“Er volgden twaalf zenuwslopende weken. Een uitputtingsslag. Elke ochtend vertrok ik naar het ziekenhuis. Daar legde ik Nikki tegen mijn borst, ‘buidelen’ noemde de verpleging dat. Minimaal één uur aaneengesloten is goed voor de band tussen jou en je kindje. Ik vond het heerlijk om ermee te beginnen, want dan wist ik: nu ligt ze voorlopig lekker bij mij.”