Marloes vertelt: “Ik was 22 jaar toen er bij toeval een groot hersenaneurysma bij mij werd ontdekt. Voor de zomer had ik mijn hbo-rechten diploma behaald en ik was net gestart aan de Universiteit om mijn master Rechtsgeleerdheid te behalen.
Een week voor de tentamens had ik een afspraak met de neuroloog. Mijn (allerbeste!) huisarts had mij direct doorverwezen omdat ik last had van migraine en duizeligheid. Na het weekend had ik een afspraak en kreeg ik gelijk een MRI-scan. Voor de zekerheid, om eventuele grote dingen uit te kunnen sluiten. Ik had dit allemaal maar aan één vriendin verteld, ik verwachtte er niet veel van. Toen deze vriendin mij de volgende dag belde, zei ik dan ook dat als het mis zou zijn ze al lang gebeld zouden hebben. Toen wist ik nog niet dat er reeds was gebeld. Donderdag was ik aan het werk, toen ik zag dat mijn moeder me al een paar keer vergeefs gebeld had. Mijn vader kwam me ophalen van werk. Toen we thuiskwamen vertelde ze me dat het ziekenhuis had gebeld en dat ik de volgende dag moest komen. Het was niet acuut levensbedreigend, maar meer konden ze niet zeggen. Op dat moment gingen er 1.000 scenario’s door mijn hoofd. Misschien was dat wel de ergste avond, omdat we niet wisten wat er aan de hand was.
De neuroloog vroeg aan me of ik wist wat een aneurysma was. Ja, wel een beetje (ik volgde een populaire doktersserie). Hij had al geregeld dat ik maandag in Tilburg terecht kon voor verdere onderzoeken. Daar kreeg ik een angiogram. Er werd via de lies contrastvloeistof in de hersenen gespoten om zo te kijken hoe groot het aneurysma was en waar het precies zat. Helaas was daar de conclusie dat ze mij niet verder konden helpen. Het aneurysma was te groot en zat op zo’n moeilijke plek dat ze het niet aandurfden. Wel werd ik doorverwezen naar het UMC Utrecht. Daar zat namelijk de enige arts in Nederland die mij zou kunnen opereren. Toentertijd was hij ook nog eens slechts één van de drie artsen op de hele wereld: Dr. Van der Zwan.
We ontmoetten Van der Zwan en hadden er meteen een goed gevoel bij. Wat een fijne arts. Hij legde ons alles in gewone-mensen-taal uit en draaide er niet omheen. Er moest een heel team van allerlei specialisten worden klaargestoomd voor de operatie. Van der Zwan verwachtte dat de operatie in januari / februari zou plaatsvinden. Ik ben tijdens het wachten op mijn operatie zo bang geweest dat het te laat zou zijn. Ik was zelfs bang dat mijn arts van de fiets zou vallen en zijn vinger zou kneuzen. Al mijn hoop had ik op de operatie gevestigd. Vrijdag hadden we het intake gesprek, maar ik zou me pas op de zondagavond hoeven melden in het UMCU.
Ik weet nog dat een hele aardige co-assistente een praatje met me maakte en dat ik Dr. Van der Zwan nog iets heb gevraagd. Daarna herinner ik me slechts vlagen van de daarop volgende dagen. Wat ik nog wel weet is dat ik heel even wakker werd na de operatie en dacht: het is voorbij, ik leef nog, nu komt alles goed. Ik was er zo positief ingegaan, had er totaal geen rekening mee gehouden dat het zwaar zou zijn en dat ik zou moeten herstellen. Na een kleine week kwam een arts me vertellen dat ik mijn rechterkant niet kon bewegen. Dat was gek, ik besefte niet goed wat er aan de hand was. Ik weet nog wel dat ik mijn vriendin belde en haar probeerde te zeggen dat mijn rechterkant het niet meer deed, maar ik wist toen nog niet dat mijn spraakvermogen was uitgevallen. Dit was een uitzondering: mijn aneurysma was zo groot en dun dat het was geknapt tijdens de operatie. Op dat moment was de bypass bijna klaar. Mijn bloedtoevoer naar de hersenen is voor 10- 12 minuten gestopt en ten gevolge daarvan had ik deze verschijnselen.
Dr. Van der Zwan hielp me erbovenop, zijn werk zat er op en ik moest werken aan mijn herstel. Als ik de trap af kon lopen met hem, dan zou hij trakteren op een ijsje en hij beloofde me dat als ik zou afstuderen, hij op mijn feest zou komen. In het begin sleepte ik nog met mijn rechtervoet, maar na 15 dagen kon ik van de trap af lopen! Ik kreeg een heerlijk ijsje en na wat controles mocht ik de volgende dag naar huis. Ik kon weer wat makkelijke woorden zeggen en later zelfs al makkelijke zinnen, het ging steeds beter. Heel langzaam kwam alles beetje bij beetje terug, maar ik moest nog wel naar een revalidatiecentrum. Hier heb ik uiteindelijk slechts een half jaar gerevalideerd. De verwachting was namelijk één jaar. Ook daar hebben ze me zó goed geholpen!
Het ging gelukkig snel allemaal beter. Ik kon zelfs in het najaar van 2009 weer op mezelf wonen en heb toen mijn studie weer opgepakt. Ook heb ik een aantal mooie reizen gemaakt en in juli 2013 studeerde ik af: ik was meester in de rechten. En wie was er op mijn feest? Dr. Van der Zwan! Dit vond ik zo bijzonder. We hebben nog altijd goed contact en ik heb altijd gezegd dat ik iets terug wilde doen. Zo ben ik gevraagd om voor de stichting BTI mijn verhaal op te schrijven en te delen. Zonder de Elana techniek en de uitoefening hiervan was ik er nu misschien niet meer. Op dit moment ben ik (echt!) nog iedere dag een vrolijke genieter! Vooral als ik fiets. Geen idee hoe dat komt, misschien omdat ik trots was toen ik voor de 2e keer kon fietsen, dat was zo heerlijk. Ik werk met veel plezier bij het Openbaar Ministerie waar mijn strafrecht specialisatie goed van pas komt. Ik heb veel goede vrienden en vriendinnen, een heel lieve vriend met wie ik samenwoon in Amsterdam en natuurlijk de beste ouders en het liefste zusje!”