Medicatie
Anderhalf jaar heeft Roman zijn steunhart nu. Zijn medicatie is nog het ingewikkeldst, vindt hij zelf. “Ik heb ook de ziekte van Bechterew, mijn gewrichten zijn ontstoken. Maar door mijn hartproblemen mag ik de Bechterew-medicijnen niet meer gebruiken. Mijn reumatoloog overlegt dus steeds met de cardioloog.” In het begin moest hij elke maand voor controle naar het ziekenhuis. Altijd samen met zijn vriendin, uit Noord Holland met de auto op en neer. Nu hoeft dat nog maar twee keer per jaar, en zijn al zijn afspraken altijd op één dag. “Een dagje UMC noem ik het maar, alsof het een uitje is. Je kan wel gaan zitten sippen, maar daar schiet je toch niets mee op.”
Rijbewijs
Vrachtwagen rijden mag Roman niet meer, zijn rijbewijs is afgenomen en hij zit in de ziektewet. “Ik mag wel privé autorijden en ook mijn tractor- en motorrijbewijs heb ik weer teruggekregen. Maar geen personenvervoer, geen beroepschauffeur op de vrachtwagen of taxi en ik mag geen rijinstructeur worden. Heel oneerlijk vind ik dat. Ik kán wel werken, zou het nog 40 uur volhouden ook. Ik ben niet voor niets vrachtwagenchauffeur geworden. Maar een Europese regel houdt me tegen.”
Erfelijkheidsonderzoek
De achterneef van Roman heeft ook een steunhart. Toen die net uit het ziekenhuis kwam, ging Roman erin. Dat was voor de artsen genoeg signaal om een erfelijkheidsonderzoek te adviseren. “We hebben ons laten testen op een gen voor hartaandoeningen. Als je weet dat je dit gen hebt, kun je er misschien een beetje rekening mee houden. En in elk geval krijg je dan elk jaar controles bij de cardioloog. Het is ook wel heftig, want een levensverzekering of hypotheek afsluiten wordt lastiger. Maar als je het niet weet, lijkt het mij ook niet prettig leven. Bij ieder pijntje denk je misschien aan je hart en wil je naar de dokter. Ons dochtertje gaan we voorlopig niets vertellen. Ik vind dat een kind gewoon kind moet kunnen zijn. Als zij het gen ook heeft, dan komt dat later wel. Ik zou het vreselijk vinden als zij daar nu al mee belast wordt.”
Beweegprogramma
Om toch iets te kunnen doen, zet Roman zich in voor meer bekendheid over hartfalen. Zo doet hij mee aan een onderzoek in het UMC Utrecht hoe de kwaliteit van leven van patiënten met ernstig hartfalen kan verbeteren door een gericht beweegprogramma. “Nog best lastig, want ik ben nooit een sportief type geweest. Nu ga ik drie keer in de week naar de sportschool. Een half uur lopen en een half uur fiets ik me daar de benen onder het lijf vandaan. Bij elke controle in het ziekenhuis doe ik ook een fietstest op de poli sportgeneeskunde.” Het onderzoek is een project van Vrienden UMC Utrecht & Wilhelmina Kinderziekenhuis.