Tijdens de 34-weken echo blijkt de baby toch een groeiachterstand te hebben. Just en Tess vragen de verloskundige om een doorverwijzing naar het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ). Tijdens de afspraken die volgen zien ze telkens een andere arts of medisch verloskundige. Tess geeft vaak aan dat ze minder leven voelt en zich ongerust maakt over haar dochter. ‘Die weken groeit mijn paniek. Het is alsof onze dochter schreeuwt dat het niet goed met haar gaat. Ik weet het zeker: ze is in nood,’ schrijft Tess. Just en Tess zijn compleet machteloos. Ze kunnen niet anders dan hun gevoel aangeven bij de artsen. Op de echo’s is echter niets te zien en ook de CTG-scans blijven tot het einde goed.
Twee schopjes
Op 7 januari 2017 is Tess ruim 39 weken zwanger. Ze heeft eindelijk wat rust gevonden. ‘Als er echt iets mis was, dan hadden ze wel wat gevonden, toch?’ De babykamer is inmiddels ingericht. ‘Ik heb het kopen van babyspullen lang uitgesteld, maar de box staat er en ik heb de kledingkast ingeruimd.’ ‘s Avonds gaat Just hockeyen in Haarlem. Hij belooft zijn telefoon bij de hand te houden voor het geval dat de bevalling begint.
In de avond voelt Tess haar dochter nog twee keer hard schoppen. Als ze haar pyjama aan trekt en op de bank gaat zitten blijft het stil in haar buik. ‘Dat was vreemd, maar ze zal wel slapen, dacht ik’, vertelt Tess. Ze probeert haar baby wakker te maken, maar krijgt geen reactie. Op advies van de verloskundige gaat ze een half uur op haar linkerzij liggen, maar Tess voelt helemaal niets. Om Just niet ongerust te maken, belt Tess een taxi om naar het WKZ te gaan. Daar kan de verloskundige niet meteen een hartslag vinden. Na lang zoeken lijken ze in de verte toch iets te horen. Maar Tess weet het al: dat is haar eigen hartslag. Ook op de CTG blijft het stil. Aimée is overleden na een zwangerschap van 39 weken en drie dagen.
Paniek
Tess is in paniek. Ze wil haar man bellen. Haar lichaam trilt oncontroleerbaar en het lukt Tess niet om het juiste telefoonnummer te vinden. De verloskundige helpt haar. Als ze eindelijk Just aan de lijn heeft kan ze maar één ding uitbrengen. ‘Ze is dood’, stamelt ze. ‘Ik hoorde de twijfel in zijn stem,’ herinnert Tess zich. ‘Hij dacht vast dat ik gek was geworden. Het kan toch niet dat ze écht dood is?’ Tess hoort haar man van het veld rennen.
Op de echo zien ze geen oorzaak voor het overlijden van Aimée. Tess wil alleen maar bevallen. Ze draagt een dode baby in haar buik. Hun arts, Timme Schaap, legt uit dat het belangrijk is voor haar bewustwording om eerst naar huis te gaan en te ‘wennen’ aan het idee dat haar dochter overleden is. ‘Ik ben hem hier nog steeds dankbaar voor,’ vertelt Tess nu. ‘Hoe gruwelijk ik het idee destijds ook vond. Achteraf was het heel waardevol.’
Thuis gaat Tess met haar buik onder de douche. In het donker zit ze op de grond onder het stromende water. Ze praat tegen Aimée en huilt tot er geen tranen meer over zijn.
De bevalling
De volgende ochtend staan Just en Tess om negen uur weer op de stoep voor het WKZ. Hun dochter Aimée wordt geboren. ‘Ik herken haar meteen. Dit is onze dochter. Ze hoort bij ons,’ schrijft Tess. ‘Ons eerste kind. Wat is ze mooi en wat ben ik trots op haar.’ Medisch verloskundige Hilde Pot ondersteunt Tess en Just tijdens de bevalling. Tess kent haar niet, maar ervaart haar zorg als heel liefdevol. Ze brengt hen Aimée in een wiegje. Tess kan alleen maar huilen. Just en Tess besluiten het kamertje van Aimée intact te houden. Tess trekt zich hier vaak terug. Just vindt haar regelmatig huilend op de vloer.