Over het RS-virus
Het RS-virus (Respiratoir Syncytieel Virus) is een veel voorkomend en zeer besmettelijk virus. Voor kinderen jonger dan zes maanden, premature baby’s of baby’s met ernstige hart- of longziekten, kan deze infectie levensbedreigend zijn. Ongeveer 1 op de 100 pasgeborenen wordt in het eerste levensjaar opgenomen in het ziekenhuis met een RS-virusinfectie. In Nederland overlijden er gelukkig zo goed als geen kinderen door een RS-virusinfectie vanwege de goede medische zorg. Echter is het wereldwijd de tweede meest voorkomende doodsoorzaak bij kinderen jonger dan 5 jaar. Jaarlijks overlijden er bijna 700 kinderen per dag aan een RS-virusinfectie. Deze kinderen komen voornamelijk uit ontwikkelingslanden.
Het virus is vooral actief in de wintermaanden en is zeer veel voorkomend. Bijna ieder kind raakt hiermee besmet in zijn eerste twee levensjaren. Meestal beperken de klachten zich tot een loopneus of hoesten, maar met name kleine kinderen hebben veel meer last van het RS-virus. Een onschuldige verkoudheid kan zich namelijk ontwikkelen tot een zware luchtweginfectie. Dit kan gepaard gaan met benauwdheid, piepen en ernstig hoesten. Bij baby’s kan door het virus een vorm van longontsteking ontstaan. Dit is een ontsteking van de kleine luchtwegen die naar de longblaasjes lopen, waardoor het kind last krijgt van benauwdheid. Bij een ernstige RS-virusinfectie is soms een tijdelijke ziekenhuisopname nodig, om extra zuurstof toe te dienen.
Onze droom: alle kinderen helpen door risicofactoren voor RS-virusinfecties te begrijpen
In het UMC Utrecht doet een onderzoeksteam wetenschappelijk onderzoek naar het voorkomen van RS-virusinfecties. Het doel is om inzicht te krijgen in de risicofactoren voor een ernstige RS-virusinfectie. Waarom worden sommige kinderen ernstiger ziek door het RS-virus dan andere kinderen? Het onderzoek richt zich specifiek op de risicofactoren voor het krijgen van een ernstige RS-virusinfectie waarvoor ziekenhuisopname noodzakelijk is.
Hoe kun je ons helpen?
Voor dit onderzoek blijft veel geld nodig. Onderzoek wordt voor een deel betaald door subsidies, maar met meer geld kunnen we meer onderzoek doen en veel sneller resultaten boeken voor onze patiënten. Jouw steun is daarom onmisbaar. Je kunt het onderzoeksteam op diverse manieren helpen: